De vlaamse primitieven was een groep schilders in de 15de en begin 16de eeuw in voornamelijk de zuidelijke Nederlanden. In vlaanderen was men nog lang onder invloed van de middeleeuwse tradities maar toch waren er kleine vernieuwingen:
- religieuze thema’s worden verplaatst naar aardse omgeving
- alle onderdelen worden zo naturalistisch mogelijk geschilderd.
Bekende kunstenaars:
- Jan van Eyck
- Rogier van der weyden
- hugo van der goes
-hans memling
- dirk bouts
- gerard David.
Het begin van de Vlaamse primitieven
Meester van flemalle.
Het was de eerste annunciatie in een huiselijke omgeving. Hierdoor kwam de schilder wel met een probleem: Hoe schilder je zo’n schilderij over een bovennatuurlijke gebeurtenis op een aardse manier, zonder dat het banaal wordt?
De oplossing: ‘’verhuld symbolisme’’ elk detail in het schilderij heeft een symbolische inhoud.
Het alledaagse van het schilderij moest door de symbolische inhoud heiligen. De stoffelijke wereld zou als spiegel fungeren van de goddelijke waarheid.
Problemen in het schilderij: voorwerpen zijn overdreven verkort en lijken elkaar in de ruimte te stoten.
Vooruitstrevend: Alles is zo tastbaar mogelijk uitgewerkt (vorm, afmeting, kleur, materiaal, weerspiegeling van het licht.)
Realistisch schilderen.
Er kwam een ontwikkeling in het realistisch schilderen. Dit zag je in:
- weergave van de stoffelijke wereld
-verfijnde schildertechnieken met fijne kleurovergangen
-gedempte kleuren
-schaduwen zijn zachter en vertonen meer schakeringen.
Dit was allemaal mogelijk door ontwikkelingen in de olieverftechniek. De pigmenten (kleurstoffen) worden gebonden met lijnolie in plaats van eigeel. Zo droogt de verf veel langzamer.
de voordelen:
- je kunt een schilderij langzaam opbouwen en in verschillende kleurlagen aan brengen.
- mogelijkheid tot dunne doorzichtige verflagen, zo wek je de suggestie van diepte
- nauwkeurige details schilderen.
Ontwikkeling van perspectief
In vlaanderen werd het atmosferisch perspectief ontwikkelt: door heel goed te kijken Wat houdt dit atmosferisch perspectief in?
- contouren vervagen bij toenemende afstand,
Intensiteit van kleur neemt af bij toenemende afstand en wordt steeds blauwer.
Madonna in der kerk 1425
Een combinatie van realisme en symbolisme. De kathedraal is realistisch weergeven, maar de verhoudingen symbolisch.
Jan van Eyck – Gents altaar (1432)
deuren in gesloten toestand. De deuren zijn aan beide kanten geschilderd en gaan alleen op de feestdagen open. (linksboven johannes de doper, rechts johannes de apostel. Midden: annunciatie onderin: opdrachtgever.
De 4 panelen in het midden tonen 1 doorlopende ruimte. De schaduwen van de paneellijsten vallen op de vloer van het vertrek en je ziet veel huiselijke details.
Geopend:
Boven adam en eva is een tafereel van kein en abel afgebeeld. In het midden vin dje de heer, naast hem Maria en johannes en daarnaast de engelen. Onderin wordt de aanbidding van het lam afgebeeld.
sommige delen worden levensecht afgebeeld, je ziet perspectivische verkortingen en het is geen klassieke vormentaal.
Madonna van kanselier Rolin
overal zie je symbolische verwijzingen naar de bijbel:
- rivier de maas : water des levens
- ruimte symboliseert Jeruzalem
- tuin van het paleis, paradijstuin
Je ziet dus een samensmelting van het aardse en het hemelse. Het schilderij lijkt in bijna bovennatuurlijk licht gedompeld (door de olieverf.
portretkunst
in het midden van de 14de eeuw kwam er vernieuwde belangstelling. De beeldhouwkunst was daar aanvankelijk beter in dan de schilderkunst. Meester van flemalle komt met het driekwartprofiel.
Verlovingsportret
de opdrachtgever was arnolfini. Een italiaanse, rijke koopman in Brugge.
In italie was de waardering voor het individu al veel groter, vandaar een portret. De functie van het schilderij was een geschilderde huwelijksakte.
er is veel aandacht voor details, de compositie is een eeindheid en de figuren worden levensecht afgebeeld.
Johannes van eyck fuit hic (jan van eyck as erbij) staat boven de spiegel, en in de spiegel zijn 2 andere getuigen van de trouwerij te zien.
Franceso d’este
details zijn vereenvoudigd of weggelaten, meer een aristocratische ideale voorstelling dan een persoonlijke verschijning. Maar het gezicht zegt meer over het karakter van de man, er wordt geprobeerd om het menselijke karakter uit te beelden door bepaalde trekken naar voren te brengen.
Het portinair altaar.
realisme: weergave natuurlijke wereld.
symbolisme: overmaat aan waarheidsgetrouwe details, leden van familie orden kleiner afgebeeld dan de heiligen, tegenstelling herders en heiligen (heiligen zitten heel plechtig.)
langzaam wordt de werkelijkheid herovert. De verovering van de werkelijkheid gaat gepaard met twijfel en onzekerheid.
straf van god: sociale conflicten door economische veranderingen, pestepidemieën en hongersnoden
hierdoor werden religies nog fanatieker: veel processies, zelfkastijding, heksenvervolging, enz.
Bosch:
hemelse en helse visioenen met fabelwezens uit de ME. Uitbeelden van het kwaad, zondebesef, etc.
Samenvattend
Vlaamse primitieven: invloed groot buiten hun eigen land. Ze werden bewonderd door italiaanse schilders uit die tijd, het krachtige realisme heeft duidelijk invloed gehad op de schilderkunst in de renaissance.
kenmerken vlaamse primitieven:
atmosferisch perspectief (kleur, contour vervaagt naar achtergrond) olieverf, signeren, huiselijke omgeving, symboliek, werken naar waarneming.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bouwkunst en stedenbouw in Italië
Renaissance: wedergeboorte klassieke oudheid.
De renaissance begint met een bouwkundig probleem: het ontwerpen van een koepel die 55 meter kan overspannend in de Dom van florence. De oplossing komt van Brunelleschi. Die was naar rome gereisd om de klassieke oudheid te bestuderen en kwam daar tot belangrijke inzichten.
- koepel wordt gebouwd in een serie van horizontale lagen (pantheon)
- koepel krijgt dubbele schaal om hert gewicht te verminderen ( baptisteria van pisa en florence)
- spande de buitenschaal van de koepel op een raamwerk van 24 ribben (gotiek)
- gaf de koepel een spits profiel: minder zijwaartse druk
_ baksteen en metselwerk in visgraatverband (pantheon)
De oplossing komt dus vanuit de klassieke humanistische leer. Er was een ontwikkeling van intellectueel klimaat waarin klassieke teksten herleefd worden
- middeleeuwese geleerden lazen eerst alleen maar klassieke literatuur van filosofie en thoelogie.
- italie wordt een stadstaat, de nieuwe klasse beroepsbestuurders zijn geen geestelijke maar geleerd (latijn, filogie, grammatica, retoria) humanisten.
Waarom ging men terug naar een klassieke stijl?
- de gotische stijl werd geassocieerd met het noorden
- in de 15de eeuw werd de onafhankelijkheid van de Florentijnse republiek niet meer bedreigd door milaan
- florence wordt uitgebreid naar de kust van de middellandse zee: florence wordt een regionale staat (!)
Filippo Brunelleschi (1377-1446)
hij was naar rome geweest om daar de oude monumenten te bestuderen. Ontdekte dat het geheim van goede architectuur ligt in de juiste onderlinge verhoudingen van alle onderdelen. à verhoudingen moeten worden uitgedrukt in eenvoudige getallen. à de verhoudingen worden in het gehele universum en zijn goddelijk van oorsprong.
Lorenzo
grote symmetrie en regelmaat
hele ontwerp bestaat uti vierkante eenheden
korintische pilasteurs
scherp afgebakende, afzonderlijke ruimte eenheden (anders dan in de gotiek)
kleine afwijkingen, er is geen rekening gehouden met de dikte van de muren.
Pazzi kapel
De opdrachtgever was pazzi. Een Florentijnse handelaar. Het was een bijgebouw bij een klooster met veel tongewelven. In de medaillons zijn reliefs van de evangelisten. Deze heeft brunelleschi waarschijnlijk niet zelf gezien: er is onderlinge afhankelijkheid tussen architectuur en beeldhouwkunst (ME) was ten einde.
de gevel is niet van brunelleschi zelf, portica doet denken aan narthex van een vroeg christelijke kerk.
Familie de medici
na 1420 was de macht van de familie groot en vormde ze een heersende dynastie. Ze wilde niet te veel pracht en praal om te voorkomen dat de bevolking zich tegen hen ze zou keren.
Palazzo medici
in eerste instantie kreeg brunelleschi de opdracht maar zijn ontwerp werd geweigerd. Het huis moest model gaan staan voor de behuizingen van het stedelijke patriciaat in Florence. Het is eenvoudig en streng en op de begane grond zijn massieve stenen blokken gebruikt, 1e verdieping gelijkmatige rustica, 2de glad. De zware daklijst is geïnspireerd op d Romeinse tempels.
Leon battista alberti (1404-1472)
was een soort van opvolger van brunelleschi. Hij was een homo universale dus had brede en diepe kennis. Hij schreef beroemde stukken waarin hij een rationele schoonheidstheorie ontwikkeld, gebaseerd op het werk van de klassieken en op de wetten van de natuur.
Alberti’s stijl is zwaarder en plastischer dan die van brunelleschi en meer archeologisch verantwoord:
- zuilen alleen in combinatie met architraaf
- elementen van de klassieke tempelbouw is aangepast aan een architectuur met wanden.
hij ontwierp de gebouwen en voerde ze niet uit (proffesionalisering.)
probleem die alberti tegenkwam:
hoe combineer je het klassieke articulatiesysteem met het uitwendige van een niet klassiek gebouw?
timpio malatestiano.
het was de bedoeling om s. frenscesco een nieuw jasje te geven (de begraafplaats voor malatestiano en zijn vrouw.
hij werd bedekt met marmer en is gebaseerd op de romeinse triomfboog. De zuilen zijn geen onderdeel van de muur. Het zijn afzonderlijke eenheden, accent meer op verticale verdeling.
S. Andre, mantua
eindelijk heeft alberti de oplossing gevonden: motief van een triomfboog combineren met een klassiek tempelgevel. Hij heeft nu weer platte pilasters (zoals bij rucellai) maar geeft die nu meer nadruk.
je hebt 2 formaten pilasters de grote gaan over de 3 etages en ondersteunen de architraaf. er is en evenwicht tussen horizontale en verticale impulsen in het ontwerp.
niet zo mooi:
het middenschip van de kerk was hoger. Er steekt dus een deel van de westwand boven ht fronton uit. Op straat valt dit niet zo op omdat het dan achter de facade lijkt te bevinden.
Bramante
Tempietto: herdenkingskapel die de plek markeert waar petrus gekruisigd was. Geen overbodige versieringen, ronde centralbouw, omgeven door dorische zuilen. De zuilen dragen de architraaf. Het was een klein monument met een koepel: symbool van de concentrrische kosmos. Een afspiegeling van hemelse harmonie. De diepe nissen en ver naar voren stekende pilasters en kroonlijsten. Daardoor krijg je ook een monumentale indruk. Het was lastig om 2 idealen te combineren: christelijk en humanistische gedachtegoed. oplossing: van beide stijlen de vormentaal: sleutel van chrisus in fries, en dorische zuilen. Traditionele ronde vorm van de vroegchristelijke martyria. Maar nu met klassieke vormentaal.
De uitvoering is goed gelukt, maar de omgeving niet. Hij staat nu op een vierkante binnenplaats maar moest eigenlijk omringd orden door een cirkelvormige kloostergang.
Sint pieter
Bramante ontwierp de sint pieter en wilde het pantheon bovenop constantijns basiliek plaatsen. Hij zou griekse tongewelven krijgen en was gebaseerd op een cirkel en het vierkant en streng symmetrisch. 4 identieke façades, en enorme afmetingen.
een grote koepel met 4 kleinere koepels en hoge hoektorens. Het materiaal was beton: zoals ook in de oudheid. Men is begonnen aan de bouw, maar toen bramante stierf zijn er wijzigingen doorgevoerd. Zo werd het interieur bijv geen simpele geometrische vormen, maar een soort van gebeeldhouwde wand.
ook veranderde michelangelo er veel aan: massiever, krachtiger en hechter georganiseerd gebouw. Massieve pijlers dragen de koepels, overal Korinthische zuilen.
Venetië
in de 15de eeuw was Venetië een van de rijkste steden van europa. Het was de overslaghaven voor handel op Azië. Het was een bloeiend centrum van textiel en glasindustrie. De stad kon zich met succes verzetten tegen politieke en economische overheersing van Frankrijk, Spanje en het pausdom. De kerk had NIET de absolute oppermacht die zij elders bezat. De machthebbers waren er op uit hun macht en welvaart te tonen.
s. Maria della consolazione.
de ultieme vorm van het christelijk, humanistisch ideaal van alberti, leonardo en bramante. Het heeft een koepel, centraalbouw, geometrische zuiverheid en eenvoud en helderheid (harmonie)
Filarete (1400-1469) schreef een stuk over de ideale stat. Plattegrond zou volmaakte stervorm moeten zijn, dynamisch en gecentraliseerd concept en de stad is als een eenheid.
Stedenbouw in rome.
in 4de en 5de eeuw waren de eerste kerken gebouwd, allemaal aan de rand van de stad. Belangrijke kerken waren verstrooid over de hele stad, en de pelgrims trokken dan ok de hele stad door, men wilde orde brengen in de chaos. Verschillende architecten gaven hun mening.
Bramante: aanleg van de eerste brede straat, waar plek voor neiue bestuurlijke gebouwen en privépaleizen. Later wordt de brede straat verlengt met een korte straat en wordt er een straat bijgelegd. Zo ontstaat een trivium, 3 kruising. ( piazza del popolo werd het.)
alberti: stedelijk ontwerpen: stad als geplande menselijke omgeving, als een kunstwerk. Werd niets van uitgevoerd.
fontana: grootste aanpassingen, wilde rome de hoofdstand van de christelijkheid maken. Brede straten verbinden de kerken onderling, op knooppunten kamen nieuwe pleinen, bouw van een aquaduct voor betere watertoevoer.
michelangelo: aanleg brede via pia: soort van verlengde pizza.
piazza del campidoglio.
contrareformatie: demonstratie van de macht van het pausdom in de gehele stad. Rome als hoofdstad van de christelijkheid. Piazza del campidoglio staat op een capitolijnse heuvel. Opdracht aan michelangelo: herscheppen tot een plein met een monumentale omlijsting. Het ruiterstandbeeld van marcus aurelius is gehaald en is het centrale punt van het gehele ontwerp.
de zijkanten van het plein orden gevormd door gevels van paleizen: op die manier reusachtige ruimte, open, en toch besloten.
de vorm van het plein: een trapezoïde in de richting van het senatorenpaleis, daardoor lijkt et paleis groter.
michelangelo: conservatorenpaleis.
een krachtige 3d structuur, doet iets gespierder aan dan alle bouwwerken sinds de romeinse oudheid. Open zuilengang, ontwerp geïnspireerd op het klassieke systeem van zuil en architraaf.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
factoren die aan het ontstaan van renaissance hebben meegewerkt:
- meer zelfbewustzijn
- opkomst humanisme
- opkomst natuurwetenschappelijk onderzoek
- ridderstand verliest macht en aanzien, burger neemt een belangrijker plaats in.
Humanisme
de internationale handel en het bankwezen zorgden voor een nieuwe maatschappelijke klasse van rijken. Deze kregen belangrijke posities in de republikeins georganiseerde stadstaten. Zij hechten grote waarde aan eigen verantwoordelijkheid en individuele ontplooiing.
je kunt het vergelijken met de burgers van de republikeinse stadstaten in het oude Griekenland.
humanisten streven ernaar om de stijl en de ideeén van klassieke schrijvers te evenaren, op een voetstuk te zetten. Er bestond een levendige uitwisseling van kennis tussen denkers, kunstenaars en politici. De traktaten werden dankzij de boekdrukkunst makkelijk verspreid. Daardmee ontstond een nieuw tijdperk van individualisme en loskomen van de geestelijke invloed van de kerk.
uomo universale: een mens die op alle terreinen van wetenschap en kunst uitblinkt.
een kunstenaar moet vertrouwd zijn met wis en meetkunde en anatomie. De schilders en beeldhouwers probeerden om personen en landschappen naar de werkelijkheid weer te geven.
de kunstenaars treedt uit de anonimiteit en signeert zijn werk. De rijke burgers zijn de nieuwe opdrachtgevers en willen bijvoorbeeld portretten en mythologische voorstellingen als decoratie, schilderkunst voor de schoonheid: zelfstandige kunst.
Er kwamen nieuwe onderwerpen: meer aandacht voor aardse een mooie dingen zonder bijbelse boodschap. Ontwikkeling van profane, naast kerkelijke kunst (mythologisch), mensen en ook dieren met een allegorische betekenis. (wijze, niet perse bijbelse les.)
Er komt een voorliefde voor harmonie en maatgevoel: gulden snede, menselijke maat wordt de maat van alles, symmetrie.
ook wordt er geprobeerd een derde dimensie toe te voegen aan schilderijen: lineair perspectief (verkortingen, ruimtewerking) atmosferisch perspectief, olieverftechnieken.
Venetië.
Bekend om venetiaanse schilderschool en voegde de vernieuwingen van Vlaamse en Florentijnse kunst samen.
gebouwen, figuren en kleine objecten worden geschilderd met het op de waarneming gebaseerde realisme en aandacht voor detail van de Vlaamse schilders.
rationeel geconstrueerde ruimtes geschapen door de Florentijnse schilders, maar soms wat te veel nadruk op het gebruik van perspectief.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Renaissance van de beeldhouwkunst begint in florence.
kenmerken schilderkunst: 1puntsperspectief, starre architectuur die duidelijk aanwezig is en vaak symmetrisch is
meer dieptewerking in reliëfs, meer expressie, meer dynamiek, (combi expressie en dynamiek is nieuw) klassieke elementen worden verenigd met het christelijke, bijvoorbeeld Bijbelse figuur op klassieke manier weergeven.
Venetiaanse synthese: combinatie florence en Vlaanderen
vlaanderen: atmosferisch perspectief, landelijke omgeving, veel details.
florence: 1puntsperspectief, maar minder zwaar aangezet.
De beeldhouwkunst ontwikkelde zich als een zelfstandige kunstuiting waarin gestreefd werd naar een juiste weergave van de menselijke figuur. Het is vol plastische en vrijstaande beeldhouwwerken met grote uitdrukkingskracht, expressie. De reliëfs zijn vol optische en werkelijke diepte.
verschillende thema’s: bijbelse, mythologische voorstellingen, allegorieën. Dit gebeurde in verschillende vormen: portretbusten, penningen, kleine bronzen beeldjes, ruiterstandbeelden, grafmonumenten en fonteinen in bijv marmer, brons, terracotta.
Hoog renaissance 1495-1520: vervolmaking van de vroege renaissance
begin 16de eeuw, waarin er veel politieke spanningen in Italië zijn. Florence is geen republiek meer, maar wordt autocratisch bestuurd door de medici. Milaan wordt 2 keer door de fransen bezet en de pauzen breiden hun wereldlijke macht uit. Ondanks dit alles komt de kunst toch tot een ongekende bloei.
de kunstenaars zijn geniaal en orden beschouwd als een klasse apart, hoog verheven boven de gewone stervelingen. Voor 1500 was het scheppen een voorrecht van god, na 1500 is er sprake van goddelijke onsterfelijke kunstenaars die onvergankelijke werken maken.
vroeg renaissance: kunstenaars voelen zich geboden aan wat voor hen algemeen geldende regels waren, zoals harmonische getallenverhoudingen en wetenschappelijk perspectief.
hoog renaissance: kunstenaars interesseerden zich minder voor het rationele systeem,
roept een bepaalde stemming op. Gebruikt veel kleur
titiaan:
grote kunstenaar in venetie die veel met kleureffecten werkte. Wilde materialen werkelijk weergeven. Hij denkt vanuit kleuren: het disegno (wiskundig berekend constructie van het werk)
is minder belangrijk dan het colorito (geschilderde geheel). Zwaar aangezette penseelstreken en veel werkend met olieverf is kenmerkend voor hem.
Tintoretto:
leerling van titiaan, maar hij werkte heel anders. Voorkeur voor scherpe en vaak irrationele perspectivische effecten (sterk verkort, drukkebeweging). Hij wilde het coloriet van titaan combineren met de lijnvoering van michelangelo.
Renaissance in het noorden.
Ten noorden van de Alpen
in de 15de eeuw zijn ze weinig beïnvloed door de italiaanse vormen. Door van eyck en meester van flemalle was men wel al gericht op het vlaanderen. Tegen 1500 overstromen de italiaanse invloeden het noorden in en maakt de late gotiek plaats voor de kunst van de noordelijke renaissance. In de 16de eeuw zijn er zelfs nog meer uiteenlopende stromingen dan in italie.
De reformatie had veel invloed op de kunsten. Door hervormingen in de kerk was men meer gericht op de oorsprong van het werk en wilde men soberheid.
Duitsland
land van de reformatie met 2 belangrijke kunstenaars: matthias grunewald, albrecht durer.
isenheimaltaar
Is een kruisiging waarbij een gemartelde christus en de ondraagelijke smart weergegeven wordt. Het lichaam aan het kruis is op een heroïsche manier geschilderd en stijgt boven het menselijke uit. Op de achtergrond is een schimmig, verlaten landschap maar wel een fel licht op de voorgrond: kracht van een openbaring.
In hoeverre is grunewald door de italiaanse kunst beïnvloed?
italiaanse invloeden zie je terug in fysieke kracht van sommige figuren, soms architectonische details van zuidelijke oorsprong, kleurenpalet van venetie en de psychologie uitwerking( hij was ook architect, ingenieur, zakenman en had dus een vrije individualistische instelling.
Durer.
de renaissance heeft op hem meer invloed gehad en werd geïnspireerd door het objectieve, rationele van de renaissance. Nam het idee dat schilderen tot de vrije kunsten behoorde over en was op de hoogte van de humanistische leer. Hij was de grootste graficus van zijn tijd.
De Nederlanden
kenmerken Nederlandse schilderkunst van de 16e eeuw:
opnemen van italiaanse kunst, ontwikkelen van een repertoire dat de traditionele voorstellingen kan aanvullen en later vervangen, een geleidelijk proces doordat de kerk steeds minder opdrachten gaf. Stillevens, landschappen en genrekunst omen opzetten, maar nu als zelfstandig onderwerp.
Brueghel
onderzocht de mogelijkheden van landschappen en het boeren leven. Was zeer ontwikkeld en bevriend met humanisten en heeft ook een reis naar italie gemaakt waar hij onder de indruk was door de landschapskunst in venetie
(deze samenvatting is niet compleet, de plaatjes zijn weggevallen en ook ''plaatjes'' met tekst erin)
Heel erg bedankt, dit is erg handig!! :)
BeantwoordenVerwijderen