Westen
Volk tijd Land Kunst
Merovingen 447-751 Belgie, Frankrijk, duitsland In 447 wordt de eerste koning van Frankrijk gekroond( clovis) Het volk wordt vervolgens christelijk.
Crypte = voor de helft onder de grod liggende ruimte waar gebeente van heiligen zich bevinden. De franken grijpen voor een deel terug op de romeinse kunst, bijv klassieke motieven als schelpen worden nu decoratief gebruikt. Figuren worden primitief weergegeven, maar wel kenmerken van R.R: plastisch, contraposthouding
Email cloisonne : een glas techniek, de vorm is van goud en wordt met email cloisonne opgevuld.
Fibula: speld die stukken kleding bij elkaar houdt.
Troon dagobert.
Ostrogoten (oost) 454- 552
Italie, hoofdstad ravenna Theodoric had een opleiding in constantinopel gehad. Daarom heeft hij kenmerken van byzantijnse kunst overgenomen.: amalsuntha dochter van theodoric
Mausoleum theodoric Ravenna (grafkapel)
Visigoten (west) 418- 762 Frankrijk en spanje Fibulae, kroon Visigotische recesswinth, riemgesp, san pedro de la nave, basilica de san juan de banos
Kenmerken Visigotische kunst:
- Hoefijzer vormige bogen, bogen die naar binnen buigen, geen halve cirkel
- staat ver af van de romeinse kunst: bijna koppoters, platte vormen, niet naturalistisch, puur decoratie.
Noormannen 800-1000 Zuid Noorwegen, zweden, denemarken, finland, ijsland Vikingen zijn zeevarende Noormannen. Ze roofde veel, en waren erg primitief. Hun huizen zijn vaak ovaal of rond. Er zijn grafschepen teruggevonden hier werden belangrijke mensen in begraven. Een belangrijk kenmerk is het vlechtbandmotief.
Angelsaksen 400-1000 Engeland, Duitsland Het zijn 2 volkeren: de saxen uit Duitsland en de angelen die vluchtte naar Engeland. Er is een grafheuvel gevonden waar Sutton Hoo begraven was. Je vind hier een schip en kleine sierraden zoals een beursknip, armband, riemgesp.
Langobarden 493- 774 Noord Italië De kunstenaars in constantinopel zijn werkloos vanwege het iconoclasme. Je ziet dus eigenlijk byzantijnse kunst, wel zie je dat de Byzantijnen geen 3D kunst maakte, maar reliefs. (3D is verboden) De langobarden maken christelijke kunst met een boodschap. Het is een beetje primitief maar ontwikkeld zich langzaam naar het natuur getrouwe.
Heiligen, s. Maria in valle, cividale, kruis, droom van jozef, corona ferrea, balustrade relief doopfront.
Ierland 600- 800 Ierland is christelijk gebleven en zorgde weer dat de rest ook christelijk werd. Het is een cultuur van kloosters. Het klooster is georganiseerd door benedictus: ora et labora: bidden en werken. Je ziet veel vlechtbandmotief, alles is terug bij af, koppoters, achtergrond is leeg en heeft geen horizon, maar het versieren en decoratie is wel op een hoog niveau.
Marcus = een leeuw
Mattheus = mens/engel
Lucas = een run, os
Johannes = een adelaar.
Rond 800 komt er meer detaillering en wordt het meer natuurgetrouw.
Book of durrow, book of kells, kruis van bewcastle/ kruis van muiredach,
Karolingisch 8e tot 10e eeuw Nederland tot de Pyreneeën Karel leerde latijn en reisde naar ravenna. Hij zag daar grote gebouwen die hij zelf ook wilde hebben en kocht zuilen die hij naar aken bracht. In aken bouwde hij een centraalbouw. aan de linkerkant van het kruis ligt het paleis (wereldlijk) en aan de rechterkant van het kruis ligt het palts kapel (kerkelijk) in het midden ligt het forum wat beide delen met elkaar verbindt.
Karel eiste een rechte kijk op het altaar. De kerk moest over een westwerk beschikken en hij wilde op de eerste verdieping zijn troon. Romeinen ondersteunen een architraaf met zuilen, Karel gebruikte ze om een boog te ondersteunen.
Karolingische renovatio = ophalen van Romeinse kunst.
De kerken werden gebouwd met een dubbel koor.
Paltskapel, aken – abdij van corvey – klooster lorch – oratorium germigny des pres – codex aureus of lorsch – (beelden van de evangalisten)
Ottoons 950- 1050 Otto 1,2,3 Men dacht dat de wereld zou vergaan in het jaar 1000 en heeft bijna niets meer gebouwd. na het jaar 1000 was er een opbloeiing (vanaf toen Romaans)
Otto 1: zocht zijn voorbeelden in constantinopel
otto 2: trouwde in rome met een byzantijnse prinses.
otto 3: typisch byzantijnse weergave van keizer. Keizer is frontaal afgebeeld in een stoel midden op het beeld, links en rechts mensen die hem keizer maken. Een balkdakijn en een appel.
Typerend ottoons: alternerend stelsel: pijlers en zuilen in een regelmaat. 2 koren, introductie crypte, westwerk, dak is een casette plafond, gallerij boven de zijbeuken. Centraalbouw.
Oosten
Periode Data Kenmerken
Vroeg byzantijnse rijk 330 726 In constantinopel wordt Latijns gesproken, vanaf 726 wordt er Grieks gesprongen. Op dat moment waren er 2 hoofdsteden en keizers: Rome en constantinopel. Dit kwam omdat de keizer 2 zonen had gekregen en ze wilde allebei een beetje rijk krijgen.
Keizer Justiniatus bouwt agia Sofia
Johannes studio’s klooster. Kenmerkend voor die tijd zijn grote gebouwen. Het breekt een beetje met de christelijke basilica.
- verhoudingen van het schip, vr. chr breed en lang, nu kort en breed.
- Absis vanbinnen half rond en van buiten veelhoekig
- Sprake van een verdieping extra op de zijbeuk, je krijgt dus een gallerij
- Van een plat dak, ga je naar koepels met pendentieven (overgangsgebied van vierkant naar cirkel.)
Kenmerkend byzantijnse schilderkunst
- naturalisme. De stijl is erg verbonden met Rome. Ze letten bijv. op schaduwwerking.
- Figuren worden frontaal opgezet met grote ogen.
Johannes studio’s klooster/ kleine agia sophia/ agia sophia/ hippodroom/ egyptische obelisk/ theodisius de grote, obelisk hyppodroom/ hagia Irene constantinopel
Kerk van simeon de pilaarheilige syrie/ st. demetrius thessalonki / st. catharinaklooster sinai/
Fayumportretten/
Iconoclasme 726 843 alle christelijke afbeeldingen werden vernietigd. Men wil geen afbeeldingen meer vereren omdat in 726 de keizer het verboden heeft. De kerk wordt op deze manier arm, maar de keizer krijgt veel meer geld binnen. Dit had hij nodig om de moslims te verweren. In 843 mag je weer beelden vereren.
Tijdens het iconoclasme wordt kunst vernietigd. Dan komt periode dat men weer afbeeldingen wil veren. Men heft na 125 jaar de wens om weer afbeeldingen te vereren. Waarom zou dit niet mogen? Monnik johannes van dammaskus schreef een boek: tegen hen die de iconen smaden. Hij vond dat mensen met 2 zintuigen waren geboren: horen zien. Zondag krijg je te horen, zien wordt niet bevredigt. Iedereen heeft een ander beeld van christus, er moet dus 1 beeld komen. Welke afbeelding moet heirvoor gebruikt worden? Hij kwam met een afbeelding uit de stad Edessa: bij de stadsmuur hangt een doek van christus zijn hoofd. Edessa werd vereerd door een koning die had gehoord van christus en wilde hij hem ging genezen. Jezus had er geen tijd voor en gaf een afbeelding van mij mee. Het doek werd boven het altaar bij aia sophia opgehangen en tot 1204 heeft hij daar gehangen, toen verdween hij. In Venetië kwam een relikwie: lijkwade van christus, daar kon je ook het gezicht in herkennen. Kunstenaars willen kopieën maken, niet zelfstandige kunst maken
Midden byzantijnse rijk 843 1204 1204: tijd van de kruistochten. In 1204 begint de 4de kruistocht (heilige land bevrijden van Arabieren) deze kruistocht begon in Venetië. De ridders gingen met de boot naar het heilige land, maar de venetianen wilde geld zien en gingen daarom linksaf naar constantinopel, om deze te roven. Vervolgens zijn de ridders nooit naar Jeruzalem gegaan maar terug naar huis met een boot vol geld. In 1204 worden de ridders baas van constantinopel.
- altijd centraalbouw
- Kerken worden minder groot
- bakstenen zo neerleggen dat het decoratie wordt.
- In een raam vind je rare pilaartjes erin
Schilderkunst:
- achtergronden zijn goud
- Details worden weggelaten
- Geen expressies
- Frontaal weergegeven
s. Marco Venetië/ hosios loukas
Latijnse rijk 1204 1261 1261 heroveren de Byzantijnen constantinopel
Laat byzantijnse rijk 1261 1453 in 1453 kwamen de turken. De patriach mocht blijven wonen. De stad is bijna onveroverbaar. Er is veel water en een grote muur.
- Minikerkjes
- Particulieren bouwen kerken, geen keizers
- Spolia
Schilderkunst:
- figuren worden beweeglijker.
- Diepte komt weer terug
- Wil naar decoratie overheerst (plooivallen voor de mooi)
- meer /minder details?
- Gouden lucht
Mozaïeken: de motieven stammen af van de romeinen. Ze beelden taferelen uit van de natuur waar de keizer van hield.
Metropolis mistra/ kariye carnii, istanbul/ kleine metropool of mariakerk athene/
Samenvatting lessen
ppt. Vroeg christelijke kunst. 200-500 n.chr
Asclepius was een Griekse godheid die zieke mensen kon genezen en doden kon doen herleven. Oude beelden van asclepius werden gebruikt als voorbeeld voor Jezusbeelden. Het christendom was in het begin een kleine sekte. De christenen spraken alleen maar herbreeuwd en 47 n.chr ging Jezus dood. Paulus zorgde ervoor dat het christendom een internationale onderneming werd. Paulus kon latijn en ging veel reizen. Pas vanaf dat moment werd er iets opgeschreven. Paulus vertaalde namelijk de joodse leer. Dit kreeg in het westen veel gehoor. In het westen was een goede wegennet waardoor het chr. Heel snel verspreidde (heel Afrika in 30 jaar) Waar romeinen waren, kwam het christendom.
Dura Europos
2 km verderop ligt Irak(langs de grote rivieren lagen de grote plaatsen). Hier hebben we de oudste kerk van het christendom gevonden. Er is een lege binnenplaats, een portaal, eetzaal en een kamers. Een particulier had zijn huis geschonken. De christenen hadden vanuit zichzelf nog geen rituelen en dus niets aan een kerkgebouw. Elke maand organiseerde ze wel het avondmaal.
Diensten: diensten van het woord, eucharisatie (ingewijden). Het begon allemaal als een joodse sekte. Toen kreeg men ruzie over dogma’s (geloofkwesties) de vader, zoon en heilige geest zijn de 3 eenheid maar nergens in de bijbel staat dit woord. Wie zal er eerder zijn geweest? Is Maria moeder of maagd? In west europa vonden ze dat Maria maagd was, in oost europa was ze de moeder van Jezus.
In dat kerkgebouw hebben we schilderingen gevonden: een man met een schaap op zijn schouder, de goede herder, adam en eva in hun naaktheid. Er zijn dus voldoende aanwijzingen om dit een kerkgebouw te noemen.
Pax romana = lange tijd van romeinse vrede.
313: werd het christendom geaccepteerd. In catacomben vinden we onderaardse begraafplaatsen, lange gangen onder de stad van rome. Schilderingen in catacomben zijn aanvankelijk heidense dingen, maar de christenen gaven er een christelijke betekenis aan.
Goede herder is een symbolisch beeld van christus. Orante = biddende figuren met de handen omhoog. Vaak zie je de goede herder en de orante. Vroeger stond er ‘’mara’’ bij geschreven. Je zag ze ook bij andere religies, dit zijn helemaal geen christelijke beelden. De herder staat voor het leven naar de 2 deugden ethiek, een man die goed is voor zijn kudde, naastenliefde. Het is dus niet christelijk. Orante: hoe ga je met god om, vroomheid. Mara = oergodin.
dionysisch = weergave van jaargetijden waarbij veel dier worden getekend. Later werd er door de christenen een andere betekenis aan gegeven.
Veel motieven hebben te maken met de wederopstanding uit de dood
Hoe kan het dat de romeinen in die tijd hele naturalistische beelden maken en het de christenen niet lukt? Het gaat ze om de boodschap/ ze kunnen wel, maar ze willen niet anders.
De opwekking: 8 dagen voor Pasen wordt christus aangesproken dat lazerus dood is, en wordt hij tot leven gewekt door christus.
Dit sluit de datum van de vroeg christelijke tijd af. Hier kan alleen christus zijn bedoeld. Het aureool en kruis nemen alle twijfels weg.
In 476 valt de stad Rome. Het wordt ingenomen door de vandalen. Dit is het eind van het west Romeinse rijk en wordt de hele Romeinse cultuur van de kaart geveegd.
Bij sarcofagen werden showmodellen gemaakt waarin alleen gezichten nog erin gehakt moesten worden.
De kerken
Vroeger waren er nog geen regels over de heilige mis. Een gebouw hoort altijd een functie te hebben, nu werd het gebouw aangepast omdat er gedoopt moest worden. De christenlijke gemeenschappen gaan zich vestigen in Parochies: ze verdelen de stad in wijken, en elke stad krijgt een parochie. De vroeg chr. Basilica waren vroeger marktgebouwen, christenen voorzagen basilica van een dak, zette er een transept bij (om kruisvorm te krijgen) er kwam nu een atrium met een fonteintje waarmee ze zich schoon konden maken. Narthex = ingang.
De vroegchristelijke kerkenbouw kwam pas echt op gang na het Edict van Milaan van 313 van de Romeinse keizer Constantijn de Grote, waarin gesteld werd dat mensen vrij zijn om hun eigen religie te kiezen. Nadat Constantijn in 324 de tetrarchie definitief beëindigde en alleenheerser werd over het Romeinse Rijk, gaf hij opdracht om meerdere kerken te bouwen. De bekendste van deze kerken is de Oude Sint-Pietersbasiliek in Rome. Ook kregen de geloofsgemeenschappen veel geld om kerken te kunnen bouwen.
Functie middenschip: plek voor mensen die gedoopt zijn. Zijbeuken zijn voor mensen die lid van de club willen worden. Vroeger bestond de eredienst uit 2 delen: dienst van het woord (preek) en eucharisatie (dood van christus herdenken, voor de ingewijden). Bij de preek werd er gediscussieerd over het christendom in de absis zat een bisschop die vervolgens een oordeel velde. Dit noem je ex cathedra = wil is wet. De kerken hadden een open houten dakconstructie du seen vlak plafond. De muren zijn dun en daarom heb jeook ramen in de muur.
De Romeinse keizer Theodosius I verklaarde in 380 in het edict Cunctos populos het christendom tot staatsgodsdienst. In de jaren daarna volgde meer wetgeving die de christenen meer rechten gaf en het heidendom achterstelde. Vanaf 392 mochten heidense bouwwerken afgebroken worden en het bouwmateriaal kon gebruikt worden voor de nieuwe kerken. Dergelijke, van een vorige cultuur overgenomen bouwmaterialen worden spolia genoemd.
St. paulus: grote kerk buiten de muren van rome die in de 19de eeuw is verbrand. Je ziet een poortgebouw, atrium met galerij, middenschip met zijbeuken en transept plus absis zijn tussen de 300 en 500 gebouwd. het is een houten plafond constructie.
Santa sabina: banken zijn pas in de 18de eeuw in de kerk gekomen. Spolia = gejattens pullen. De zuilen komen uit een heidense tempel.
Ppt byzantijnse bouwkunst. 330- 1453
Byzantium = voortzetting van Oost Romeinse rijk. In 330 besloot Constantijn om een nieuwe hoofdstad te bouwen. Hij schiep de stad constantinopel die in 1453 door de turken werd veroverd
Data Stijl
330- 726 Vroeg byzantijnse rijk
In constantinopel wordt Latijns gesproken, vanaf 726 wordt er Grieks gesprongen. Op dat moment waren er 2 hoofdsteden en keizers: Rome en constantinopel. Dit kwam omdat de keizer 2 zonen had gekregen en ze wilde allebei een beetje rijk krijgen.
Keizer Justiniatus bouwt aia Sofia
726-843 Iconoclasme
alle christenlijke afbeeldingen wrden vernietigd. Men wil geen afbeeldingen meer vereren omdat in 726 de keizer het verboden heeft. De kerk wordt op deze manier arm, maar de keizer krijgt veel meer geld binnen. Dit had hij nodig om de moslims te verweren. In 843 mag je weer beelden vereren.
843-1204 Midden byzantijnse rijk
1204: tijd van de kruistochten. In 1204 begint de 4de kruistocht (heilige land bevrijden van Arabieren) deze kruistocht begon in Venetië. De ridders gingen met de boot naar het heilige land, maar de venetianen wilde geld zien en gingen daarom linksaf naar constantinopel, om deze te roven. Vervolgens zijn de ridders nooit naar Jeruzalem gegaan maar terug naar huis met een boot vol geld. In 1204 worden de ridders baas van constantinopel.
1204-1261 Latijnse rijk
1261 heroveren de Byzantijnen constantinopel
1261- 1453 Laat byzantijnse rijk.
in 1453 kwamen de turken. De patriach mocht blijven wonen. De stad is bijna onveroverbaar. Er is veel water en een grote muur.
Vroeg byzantijns
Johannes studio’s klooster. Kenmerkend voor die tijd zijn de grote gebouwen. Het breekt een beetje met de christenlijke basilica.
1) verhouding van het schip: vr. chr. Breed en lang, nu krijg je kort en breed
2) absis vanbinnen half rond en buiten veelhoekig (polygoonaal)
3) sprake van een verdieping extra op de zijbeuk. Je krijgt dus een galerij
De vroeg christelijke kerken hadden een plat dak. Nu krijg je te maken met koepels en pendentieven: overgangsgebieden van vierkant naar cirkel
Kleine hagia sophia
Je ziet veel centraal bouw, aanwezigheid van een galerij (op de zijbeuken een verdieping) in de kleine sophia vind je de eerste koepel ooit gebouwd. de koepel bestond uit allerlei segmenten ( ribben) een halve cirkel koepel is niet mogelijk.
De grootste kerk van de wereld werd gebouwd. de turken hebben in 1400 steunberen gebouwd omdat hij anders in elkaar zou storten. De koepel zorgt voor een goede acoustiek.
Obelisk = zuid egypte, grote stenen waarbij op het voetstuk gebeurtenissen staan.
Cisterne = via aquaducten wordt water aangevoerd. Dit kwam in een ondergrondse watervoorziening terecht.
Midden byzantijns:
De kerken worden minder groot en de basilica vorm komt bijna niet meer voor, alles is in centraalbouw. De ramen krijgen nu een soort rare pilaartjes erin.
Laat byzantijns:
kerken worden nog kleiner. Particulieren gaan kerken stichten. Ze bouwen met rest materialen, centraalbouw. Typisch byzantijns: binnenkant absis is rond, buitenkant polygoonaal.
Ppt byzantijnse schilderkunst.
Fayoem portretten: gebruik van oude Egyptenaren worden overgenomen. Op dun hout wordt op de plek waar het gezicht zich bevindt in de sarcofaag een potret geschilderd. De doden werden als een levend figuur voorgesteld.
Vroeg byzantijnse schilderkunst kenmerkend: naturalisme. De stijl is heel erg verbonden met rome. Figuren worden in het algemeen frontaal met grote ogen opgezet.
Tijdens het iconoclasme wordt kunst vernietigd. Dan komt periode dat men weer afbeeldingen wil veren. Men heft na 125 jaar de wens om weer afbeeldingen te vereren. Waarom zou dit niet mogen? Monnik johannes van dammaskus schreef een boek: tegen hen die de iconen smaden. Hij vond dat mensen met 2 zintuigen waren geboren: horen zien. Zondag krijg je te horen, zien wordt niet bevredigt. Iedereen heeft een ander beeld van christus, er moet dus 1 beeld komen. Welke afbeelding moet heirvoor gebruikt worden? Hij kwam met een afbeelding uit de stad Edessa: bij de stadsmuur hangt een doek van christus zijn hoofd. Edessa werd vereerd door een koning die had gehoord van christus en wilde hij hem ging genezen. Jezus had er geen tijd voor en gaf een afbeelding van mij mee. Het doek werd boven het altaar bij aia sophia opgehangen en tot 1204 heeft hij daar gehangen, toen verdween hij. In Venetië kwam een relikwie: lijkwade van christus, daar kon je ook het gezicht in herkennen. Kunstenaars willen kopieën maken, niet zelfstandige kunst maken
Midden byzantijnse schilderkunst: eenvoud van schilderen, achtergrond zonder natuur en altijd in goud, detaillering blijft achterwege, ingetogen gecontroleerde figuren die frontaal worden afgebeeld.
Laat byzantijnse periode: het is de laatste pbloeiperiode. Je ziet weer gebouwen, natuur op de achtergrond, figuren zijn weer beweeglijker, details, diepte komt weer terug, plooival.
Vroege middeleeuwen Ppt.
In de 4de en 5de eeuw zijn veel volksverhuizngen in het oude romeinse rijk. Vroeger werd latijn gesproken, nu niet meer. Nomaden: rondtrekkend niet christelijk volk. De Romeinse cultuur is weg, dus het christendom is verdwenen behalve in Ierland en rome. Vanuit Rome en Ierland wordt ook de christianisering voortgezet.
Merovingen 447- 751 trekt naar Frankrijk en de Nederlanden. In 447 wordt de eerste koning van Frankrijk bekrond. Het volk volgt de koning en van de een op de andere dag worden ze christenlijk. (merovingen = franken) crypte = voor de helft onder de grond liggende ruimte waar gebeente van heiligen zich bevinden. De franken grijpen voor een deel terug op de romeinse kunst, je ziet klassieke motieven terug in bijv. de schelpen maar ze gebruiken decoratieve motieven in en talloze herhalingen en romeinse letters. Figuren worden primitief weergegeven maar je ziet wel Romeinse kenmerken terug: het is wel plastisch, je ziet wel contraposthouding,
Email cloisonné is een techniek van emailleren, waarbij gebruik wordt gemaakt van een plaat waarop (edel)metaaldraden zijn gelast die vakjes (in elke gewenste vorm) vormen; deze vakjes zijn met email opgevuld.
Je ziet doorlopend vlechtband motief.
Gothen
visigoten: west: spanje en zuidelijke deel fr., ostrogoten: oost, hoofdstad ravenna
Theodorich had een opleiding in constantinopel gehad. Ze meten de byzantijnse stijl aan zich aan: frontale houding, troon, alles wordt primitief weergegeven, niet plastisch, koppoter achtig. Hun bogen zijn hoefijzer achtig.
Noormannen (vikingen) 800-1100
Bewoonde eerst noord europa en gingen veroveringstochten organiseren. Ze zijn uiteindelijk in normandie gevestigd. Veel kwamen ook terecht in sicilie, Noorwegen, zweden, denemarken.
Angelsaksen 400-1000. Volken steken van Duitsland over naar engeland, de angelsaksen hadden engeland verovert. Alle volken zijn uiteindelijk tot het christendom gebracht.
Longobarden 493-777 kwamen van buiten de grenzen van het romeinse rijk en veroverden noord italie. Voor het eerst tref je monumentale beelden aan: de kunstenaars uit constantinopel zijn werkloos vanwege het iconoclasme. Wel zie je dat de Byzantijnen geen 3D kunst maakten, dit was niet toegestaan je ziet dan ook reliëfs.
Ppt Ierland
het christendom was in Ierland gebleven. Het is vooral een cultuur van kloosters. Kloosters vinden hun oorsprong uit egypte en werd door benedictus geïntroduceerd. Ora et labora: bidden en arbeid.
er zijn veel manuscripten overgebleven. Bijbel onderwerpen: evangelisten, kruis, je ziet hier veel vlechtbladmotieven gekoppeld aan monnikenwerk er is geen begin en eind, veel aandacht voor decoratieve.
De schilderkunst is af bij kunst, maar decoreren en versieren is wel op een hoog niveau.
Rond 800 wordt het plastischer.
Karolingische kunst.
Karel de grote rijk. Karel werd keizer toen hij in 800 naar rome reisde. In 476 vervalt het Romeinse rijk en Karel kan daarom nu de titel opeisen. Karel gaat in Aken wonen en bouwde centraalbouw. Hij had in Ravenna hetzelfde gezien, gemaakt door de Byzantijnen. Het westwerk is bijzonder. Het gebouw is gemaakt op basis van een kruis. Hij gebruikt zuilen om bogen te ondersteunen (zuilen moeten natuurlijk architraaf ondersteunen.
De kloosters lijken op een vroeg christelijke basilica met atrium, schip, hoog, middenschip. Echte torens kennen we pas vanaf 9de eeuw. Karolingische renovatio: ophalen van romeinse kunst
De Karolingische renaissance was een periode van opleving van cultuur en wetenschap in West-Europa tussen ~750 en ~950, rond de regeerperiode van Karel de Grote (768-814). Deze stroming manifesteerde zich vooral aan het koninklijk hof en werd gesteund door de clerus.
Tijdens de heerschappij van de Karolingen was er sprake van een toenemende belangstelling voor de klassieke cultuur. Byzantijnse invloeden, culminerend in het afbeelden van de menselijke figuur, werden versmolten met de Germaanse, grotendeels abstracte ornamentiek. Veel klassieke teksten in het Latijn zijn bewaard gebleven in de vorm van kopieën die ten tijde van de Karolingen zijn vervaardigd. Dit gebeurde vooral in kloosterbibliotheken, waarvan het aantal en de omvang sterk toenam tijdens en vlak na de regeerperiode van Karel de Grote.
Een belangrijk voorbeeld van Karolingische architectuur uit de Karolingische renaissance is de Paltskapel, een deel van de Akener koningspalts, nu een deel van de Dom van Aken. Het ontwerp van deze kapel is gebaseerd op de San Vitale te Ravenna. De Karolingische architectuur werd gevolgd door de romaanse stijl.
Ottoons 950-1050
nadat Karel dood ging, bleef het idee van keizerrijk niet intact. De kinderen wilde allemaal de macht, plus je had de dreiging van de noormannen. Er zijn 3 elkaar opvolgende keizers: otto 1,2,3 en daarna vervalt het rijk. In 1000 zou alles met de apocalypse vervallen. In de 9de eeuw wordt dan ook bijna niets meer gemaakt. Na het jaar 1000 wordt er veel meer gebouwd (vanaf toen = romaans)
De ottonen volgende karolingen op. Otto 1 vond ok dat hij de opvolger van de romeinse keizer was en otto zoekt zijn voorbeelden in constantinopel (Karel in romeinse rijk) otto 2 trouwde met een byzantijnse prinses in rome.
Ottoons is gebaseerd op byzantijnse kunst met veel centraalbouw. Typisch ottoons is het platte dak met cassetten en alternerende stelsel (afwisseling pijlers en zuilen (pijler is vierkant). Nog een kenmerk zijn de crypten. Het is altaar is boven de grond verheven en tegelijkertijd zijn er trappen naar beneden die naar een crypte leiden.
Kunstgeschiedenis
dinsdag 3 april 2012
zondag 30 oktober 2011
Renaissance
vlaamse primitieven
De vlaamse primitieven was een groep schilders in de 15de en begin 16de eeuw in voornamelijk de zuidelijke Nederlanden. In vlaanderen was men nog lang onder invloed van de middeleeuwse tradities maar toch waren er kleine vernieuwingen:
- religieuze thema’s worden verplaatst naar aardse omgeving
- alle onderdelen worden zo naturalistisch mogelijk geschilderd.
Bekende kunstenaars:
- Jan van Eyck
- Rogier van der weyden
- hugo van der goes
-hans memling
- dirk bouts
- gerard David.
Het begin van de Vlaamse primitieven
Meester van flemalle.
Het was de eerste annunciatie in een huiselijke omgeving. Hierdoor kwam de schilder wel met een probleem: Hoe schilder je zo’n schilderij over een bovennatuurlijke gebeurtenis op een aardse manier, zonder dat het banaal wordt?
De oplossing: ‘’verhuld symbolisme’’ elk detail in het schilderij heeft een symbolische inhoud.
Het alledaagse van het schilderij moest door de symbolische inhoud heiligen. De stoffelijke wereld zou als spiegel fungeren van de goddelijke waarheid.
Problemen in het schilderij: voorwerpen zijn overdreven verkort en lijken elkaar in de ruimte te stoten.
Vooruitstrevend: Alles is zo tastbaar mogelijk uitgewerkt (vorm, afmeting, kleur, materiaal, weerspiegeling van het licht.)
Realistisch schilderen.
Er kwam een ontwikkeling in het realistisch schilderen. Dit zag je in:
- weergave van de stoffelijke wereld
-verfijnde schildertechnieken met fijne kleurovergangen
-gedempte kleuren
-schaduwen zijn zachter en vertonen meer schakeringen.
Dit was allemaal mogelijk door ontwikkelingen in de olieverftechniek. De pigmenten (kleurstoffen) worden gebonden met lijnolie in plaats van eigeel. Zo droogt de verf veel langzamer.
de voordelen:
- je kunt een schilderij langzaam opbouwen en in verschillende kleurlagen aan brengen.
- mogelijkheid tot dunne doorzichtige verflagen, zo wek je de suggestie van diepte
- nauwkeurige details schilderen.
Ontwikkeling van perspectief
In vlaanderen werd het atmosferisch perspectief ontwikkelt: door heel goed te kijken Wat houdt dit atmosferisch perspectief in?
- contouren vervagen bij toenemende afstand,
Intensiteit van kleur neemt af bij toenemende afstand en wordt steeds blauwer.
Madonna in der kerk 1425
Een combinatie van realisme en symbolisme. De kathedraal is realistisch weergeven, maar de verhoudingen symbolisch.
Jan van Eyck – Gents altaar (1432)
deuren in gesloten toestand. De deuren zijn aan beide kanten geschilderd en gaan alleen op de feestdagen open. (linksboven johannes de doper, rechts johannes de apostel. Midden: annunciatie onderin: opdrachtgever.
De 4 panelen in het midden tonen 1 doorlopende ruimte. De schaduwen van de paneellijsten vallen op de vloer van het vertrek en je ziet veel huiselijke details.
Geopend:
Boven adam en eva is een tafereel van kein en abel afgebeeld. In het midden vin dje de heer, naast hem Maria en johannes en daarnaast de engelen. Onderin wordt de aanbidding van het lam afgebeeld.
sommige delen worden levensecht afgebeeld, je ziet perspectivische verkortingen en het is geen klassieke vormentaal.
Madonna van kanselier Rolin
overal zie je symbolische verwijzingen naar de bijbel:
- rivier de maas : water des levens
- ruimte symboliseert Jeruzalem
- tuin van het paleis, paradijstuin
Je ziet dus een samensmelting van het aardse en het hemelse. Het schilderij lijkt in bijna bovennatuurlijk licht gedompeld (door de olieverf.
portretkunst
in het midden van de 14de eeuw kwam er vernieuwde belangstelling. De beeldhouwkunst was daar aanvankelijk beter in dan de schilderkunst. Meester van flemalle komt met het driekwartprofiel.
Verlovingsportret
de opdrachtgever was arnolfini. Een italiaanse, rijke koopman in Brugge.
In italie was de waardering voor het individu al veel groter, vandaar een portret. De functie van het schilderij was een geschilderde huwelijksakte.
er is veel aandacht voor details, de compositie is een eeindheid en de figuren worden levensecht afgebeeld.
Johannes van eyck fuit hic (jan van eyck as erbij) staat boven de spiegel, en in de spiegel zijn 2 andere getuigen van de trouwerij te zien.
Franceso d’este
details zijn vereenvoudigd of weggelaten, meer een aristocratische ideale voorstelling dan een persoonlijke verschijning. Maar het gezicht zegt meer over het karakter van de man, er wordt geprobeerd om het menselijke karakter uit te beelden door bepaalde trekken naar voren te brengen.
Het portinair altaar.
realisme: weergave natuurlijke wereld.
symbolisme: overmaat aan waarheidsgetrouwe details, leden van familie orden kleiner afgebeeld dan de heiligen, tegenstelling herders en heiligen (heiligen zitten heel plechtig.)
langzaam wordt de werkelijkheid herovert. De verovering van de werkelijkheid gaat gepaard met twijfel en onzekerheid.
straf van god: sociale conflicten door economische veranderingen, pestepidemieën en hongersnoden
hierdoor werden religies nog fanatieker: veel processies, zelfkastijding, heksenvervolging, enz.
Bosch:
hemelse en helse visioenen met fabelwezens uit de ME. Uitbeelden van het kwaad, zondebesef, etc.
Samenvattend
Vlaamse primitieven: invloed groot buiten hun eigen land. Ze werden bewonderd door italiaanse schilders uit die tijd, het krachtige realisme heeft duidelijk invloed gehad op de schilderkunst in de renaissance.
kenmerken vlaamse primitieven:
atmosferisch perspectief (kleur, contour vervaagt naar achtergrond) olieverf, signeren, huiselijke omgeving, symboliek, werken naar waarneming.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bouwkunst en stedenbouw in Italië
Renaissance: wedergeboorte klassieke oudheid.
De renaissance begint met een bouwkundig probleem: het ontwerpen van een koepel die 55 meter kan overspannend in de Dom van florence. De oplossing komt van Brunelleschi. Die was naar rome gereisd om de klassieke oudheid te bestuderen en kwam daar tot belangrijke inzichten.
- koepel wordt gebouwd in een serie van horizontale lagen (pantheon)
- koepel krijgt dubbele schaal om hert gewicht te verminderen ( baptisteria van pisa en florence)
- spande de buitenschaal van de koepel op een raamwerk van 24 ribben (gotiek)
- gaf de koepel een spits profiel: minder zijwaartse druk
_ baksteen en metselwerk in visgraatverband (pantheon)
De oplossing komt dus vanuit de klassieke humanistische leer. Er was een ontwikkeling van intellectueel klimaat waarin klassieke teksten herleefd worden
- middeleeuwese geleerden lazen eerst alleen maar klassieke literatuur van filosofie en thoelogie.
- italie wordt een stadstaat, de nieuwe klasse beroepsbestuurders zijn geen geestelijke maar geleerd (latijn, filogie, grammatica, retoria) humanisten.
Waarom ging men terug naar een klassieke stijl?
- de gotische stijl werd geassocieerd met het noorden
- in de 15de eeuw werd de onafhankelijkheid van de Florentijnse republiek niet meer bedreigd door milaan
- florence wordt uitgebreid naar de kust van de middellandse zee: florence wordt een regionale staat (!)
Filippo Brunelleschi (1377-1446)
hij was naar rome geweest om daar de oude monumenten te bestuderen. Ontdekte dat het geheim van goede architectuur ligt in de juiste onderlinge verhoudingen van alle onderdelen. à verhoudingen moeten worden uitgedrukt in eenvoudige getallen. à de verhoudingen worden in het gehele universum en zijn goddelijk van oorsprong.
Lorenzo
grote symmetrie en regelmaat
hele ontwerp bestaat uti vierkante eenheden
korintische pilasteurs
scherp afgebakende, afzonderlijke ruimte eenheden (anders dan in de gotiek)
kleine afwijkingen, er is geen rekening gehouden met de dikte van de muren.
Pazzi kapel
De opdrachtgever was pazzi. Een Florentijnse handelaar. Het was een bijgebouw bij een klooster met veel tongewelven. In de medaillons zijn reliefs van de evangelisten. Deze heeft brunelleschi waarschijnlijk niet zelf gezien: er is onderlinge afhankelijkheid tussen architectuur en beeldhouwkunst (ME) was ten einde.
de gevel is niet van brunelleschi zelf, portica doet denken aan narthex van een vroeg christelijke kerk.
Familie de medici
na 1420 was de macht van de familie groot en vormde ze een heersende dynastie. Ze wilde niet te veel pracht en praal om te voorkomen dat de bevolking zich tegen hen ze zou keren.
Palazzo medici
in eerste instantie kreeg brunelleschi de opdracht maar zijn ontwerp werd geweigerd. Het huis moest model gaan staan voor de behuizingen van het stedelijke patriciaat in Florence. Het is eenvoudig en streng en op de begane grond zijn massieve stenen blokken gebruikt, 1e verdieping gelijkmatige rustica, 2de glad. De zware daklijst is geïnspireerd op d Romeinse tempels.
Leon battista alberti (1404-1472)
was een soort van opvolger van brunelleschi. Hij was een homo universale dus had brede en diepe kennis. Hij schreef beroemde stukken waarin hij een rationele schoonheidstheorie ontwikkeld, gebaseerd op het werk van de klassieken en op de wetten van de natuur.
Alberti’s stijl is zwaarder en plastischer dan die van brunelleschi en meer archeologisch verantwoord:
- zuilen alleen in combinatie met architraaf
- elementen van de klassieke tempelbouw is aangepast aan een architectuur met wanden.
hij ontwierp de gebouwen en voerde ze niet uit (proffesionalisering.)
probleem die alberti tegenkwam:
hoe combineer je het klassieke articulatiesysteem met het uitwendige van een niet klassiek gebouw?
timpio malatestiano.
het was de bedoeling om s. frenscesco een nieuw jasje te geven (de begraafplaats voor malatestiano en zijn vrouw.
hij werd bedekt met marmer en is gebaseerd op de romeinse triomfboog. De zuilen zijn geen onderdeel van de muur. Het zijn afzonderlijke eenheden, accent meer op verticale verdeling.
S. Andre, mantua
eindelijk heeft alberti de oplossing gevonden: motief van een triomfboog combineren met een klassiek tempelgevel. Hij heeft nu weer platte pilasters (zoals bij rucellai) maar geeft die nu meer nadruk.
je hebt 2 formaten pilasters de grote gaan over de 3 etages en ondersteunen de architraaf. er is en evenwicht tussen horizontale en verticale impulsen in het ontwerp.
niet zo mooi:
het middenschip van de kerk was hoger. Er steekt dus een deel van de westwand boven ht fronton uit. Op straat valt dit niet zo op omdat het dan achter de facade lijkt te bevinden.
Bramante
Tempietto: herdenkingskapel die de plek markeert waar petrus gekruisigd was. Geen overbodige versieringen, ronde centralbouw, omgeven door dorische zuilen. De zuilen dragen de architraaf. Het was een klein monument met een koepel: symbool van de concentrrische kosmos. Een afspiegeling van hemelse harmonie. De diepe nissen en ver naar voren stekende pilasters en kroonlijsten. Daardoor krijg je ook een monumentale indruk. Het was lastig om 2 idealen te combineren: christelijk en humanistische gedachtegoed. oplossing: van beide stijlen de vormentaal: sleutel van chrisus in fries, en dorische zuilen. Traditionele ronde vorm van de vroegchristelijke martyria. Maar nu met klassieke vormentaal.
De uitvoering is goed gelukt, maar de omgeving niet. Hij staat nu op een vierkante binnenplaats maar moest eigenlijk omringd orden door een cirkelvormige kloostergang.
Sint pieter
Bramante ontwierp de sint pieter en wilde het pantheon bovenop constantijns basiliek plaatsen. Hij zou griekse tongewelven krijgen en was gebaseerd op een cirkel en het vierkant en streng symmetrisch. 4 identieke façades, en enorme afmetingen.
een grote koepel met 4 kleinere koepels en hoge hoektorens. Het materiaal was beton: zoals ook in de oudheid. Men is begonnen aan de bouw, maar toen bramante stierf zijn er wijzigingen doorgevoerd. Zo werd het interieur bijv geen simpele geometrische vormen, maar een soort van gebeeldhouwde wand.
ook veranderde michelangelo er veel aan: massiever, krachtiger en hechter georganiseerd gebouw. Massieve pijlers dragen de koepels, overal Korinthische zuilen.
Venetië
in de 15de eeuw was Venetië een van de rijkste steden van europa. Het was de overslaghaven voor handel op Azië. Het was een bloeiend centrum van textiel en glasindustrie. De stad kon zich met succes verzetten tegen politieke en economische overheersing van Frankrijk, Spanje en het pausdom. De kerk had NIET de absolute oppermacht die zij elders bezat. De machthebbers waren er op uit hun macht en welvaart te tonen.
s. Maria della consolazione.
de ultieme vorm van het christelijk, humanistisch ideaal van alberti, leonardo en bramante. Het heeft een koepel, centraalbouw, geometrische zuiverheid en eenvoud en helderheid (harmonie)
Filarete (1400-1469) schreef een stuk over de ideale stat. Plattegrond zou volmaakte stervorm moeten zijn, dynamisch en gecentraliseerd concept en de stad is als een eenheid.
Stedenbouw in rome.
in 4de en 5de eeuw waren de eerste kerken gebouwd, allemaal aan de rand van de stad. Belangrijke kerken waren verstrooid over de hele stad, en de pelgrims trokken dan ok de hele stad door, men wilde orde brengen in de chaos. Verschillende architecten gaven hun mening.
Bramante: aanleg van de eerste brede straat, waar plek voor neiue bestuurlijke gebouwen en privépaleizen. Later wordt de brede straat verlengt met een korte straat en wordt er een straat bijgelegd. Zo ontstaat een trivium, 3 kruising. ( piazza del popolo werd het.)
alberti: stedelijk ontwerpen: stad als geplande menselijke omgeving, als een kunstwerk. Werd niets van uitgevoerd.
fontana: grootste aanpassingen, wilde rome de hoofdstand van de christelijkheid maken. Brede straten verbinden de kerken onderling, op knooppunten kamen nieuwe pleinen, bouw van een aquaduct voor betere watertoevoer.
michelangelo: aanleg brede via pia: soort van verlengde pizza.
piazza del campidoglio.
contrareformatie: demonstratie van de macht van het pausdom in de gehele stad. Rome als hoofdstad van de christelijkheid. Piazza del campidoglio staat op een capitolijnse heuvel. Opdracht aan michelangelo: herscheppen tot een plein met een monumentale omlijsting. Het ruiterstandbeeld van marcus aurelius is gehaald en is het centrale punt van het gehele ontwerp.
de zijkanten van het plein orden gevormd door gevels van paleizen: op die manier reusachtige ruimte, open, en toch besloten.
de vorm van het plein: een trapezoïde in de richting van het senatorenpaleis, daardoor lijkt et paleis groter.
michelangelo: conservatorenpaleis.
een krachtige 3d structuur, doet iets gespierder aan dan alle bouwwerken sinds de romeinse oudheid. Open zuilengang, ontwerp geïnspireerd op het klassieke systeem van zuil en architraaf.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
factoren die aan het ontstaan van renaissance hebben meegewerkt:
- meer zelfbewustzijn
- opkomst humanisme
- opkomst natuurwetenschappelijk onderzoek
- ridderstand verliest macht en aanzien, burger neemt een belangrijker plaats in.
Humanisme
de internationale handel en het bankwezen zorgden voor een nieuwe maatschappelijke klasse van rijken. Deze kregen belangrijke posities in de republikeins georganiseerde stadstaten. Zij hechten grote waarde aan eigen verantwoordelijkheid en individuele ontplooiing.
je kunt het vergelijken met de burgers van de republikeinse stadstaten in het oude Griekenland.
humanisten streven ernaar om de stijl en de ideeén van klassieke schrijvers te evenaren, op een voetstuk te zetten. Er bestond een levendige uitwisseling van kennis tussen denkers, kunstenaars en politici. De traktaten werden dankzij de boekdrukkunst makkelijk verspreid. Daardmee ontstond een nieuw tijdperk van individualisme en loskomen van de geestelijke invloed van de kerk.
uomo universale: een mens die op alle terreinen van wetenschap en kunst uitblinkt.
een kunstenaar moet vertrouwd zijn met wis en meetkunde en anatomie. De schilders en beeldhouwers probeerden om personen en landschappen naar de werkelijkheid weer te geven.
de kunstenaars treedt uit de anonimiteit en signeert zijn werk. De rijke burgers zijn de nieuwe opdrachtgevers en willen bijvoorbeeld portretten en mythologische voorstellingen als decoratie, schilderkunst voor de schoonheid: zelfstandige kunst.
Er kwamen nieuwe onderwerpen: meer aandacht voor aardse een mooie dingen zonder bijbelse boodschap. Ontwikkeling van profane, naast kerkelijke kunst (mythologisch), mensen en ook dieren met een allegorische betekenis. (wijze, niet perse bijbelse les.)
Er komt een voorliefde voor harmonie en maatgevoel: gulden snede, menselijke maat wordt de maat van alles, symmetrie.
ook wordt er geprobeerd een derde dimensie toe te voegen aan schilderijen: lineair perspectief (verkortingen, ruimtewerking) atmosferisch perspectief, olieverftechnieken.
Venetië.
Bekend om venetiaanse schilderschool en voegde de vernieuwingen van Vlaamse en Florentijnse kunst samen.
gebouwen, figuren en kleine objecten worden geschilderd met het op de waarneming gebaseerde realisme en aandacht voor detail van de Vlaamse schilders.
rationeel geconstrueerde ruimtes geschapen door de Florentijnse schilders, maar soms wat te veel nadruk op het gebruik van perspectief.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Renaissance van de beeldhouwkunst begint in florence.
kenmerken schilderkunst: 1puntsperspectief, starre architectuur die duidelijk aanwezig is en vaak symmetrisch is
meer dieptewerking in reliëfs, meer expressie, meer dynamiek, (combi expressie en dynamiek is nieuw) klassieke elementen worden verenigd met het christelijke, bijvoorbeeld Bijbelse figuur op klassieke manier weergeven.
Venetiaanse synthese: combinatie florence en Vlaanderen
vlaanderen: atmosferisch perspectief, landelijke omgeving, veel details.
florence: 1puntsperspectief, maar minder zwaar aangezet.
De beeldhouwkunst ontwikkelde zich als een zelfstandige kunstuiting waarin gestreefd werd naar een juiste weergave van de menselijke figuur. Het is vol plastische en vrijstaande beeldhouwwerken met grote uitdrukkingskracht, expressie. De reliëfs zijn vol optische en werkelijke diepte.
verschillende thema’s: bijbelse, mythologische voorstellingen, allegorieën. Dit gebeurde in verschillende vormen: portretbusten, penningen, kleine bronzen beeldjes, ruiterstandbeelden, grafmonumenten en fonteinen in bijv marmer, brons, terracotta.
Hoog renaissance 1495-1520: vervolmaking van de vroege renaissance
begin 16de eeuw, waarin er veel politieke spanningen in Italië zijn. Florence is geen republiek meer, maar wordt autocratisch bestuurd door de medici. Milaan wordt 2 keer door de fransen bezet en de pauzen breiden hun wereldlijke macht uit. Ondanks dit alles komt de kunst toch tot een ongekende bloei.
de kunstenaars zijn geniaal en orden beschouwd als een klasse apart, hoog verheven boven de gewone stervelingen. Voor 1500 was het scheppen een voorrecht van god, na 1500 is er sprake van goddelijke onsterfelijke kunstenaars die onvergankelijke werken maken.
vroeg renaissance: kunstenaars voelen zich geboden aan wat voor hen algemeen geldende regels waren, zoals harmonische getallenverhoudingen en wetenschappelijk perspectief.
hoog renaissance: kunstenaars interesseerden zich minder voor het rationele systeem,
roept een bepaalde stemming op. Gebruikt veel kleur
titiaan:
grote kunstenaar in venetie die veel met kleureffecten werkte. Wilde materialen werkelijk weergeven. Hij denkt vanuit kleuren: het disegno (wiskundig berekend constructie van het werk)
is minder belangrijk dan het colorito (geschilderde geheel). Zwaar aangezette penseelstreken en veel werkend met olieverf is kenmerkend voor hem.
Tintoretto:
leerling van titiaan, maar hij werkte heel anders. Voorkeur voor scherpe en vaak irrationele perspectivische effecten (sterk verkort, drukkebeweging). Hij wilde het coloriet van titaan combineren met de lijnvoering van michelangelo.
Renaissance in het noorden.
Ten noorden van de Alpen
in de 15de eeuw zijn ze weinig beïnvloed door de italiaanse vormen. Door van eyck en meester van flemalle was men wel al gericht op het vlaanderen. Tegen 1500 overstromen de italiaanse invloeden het noorden in en maakt de late gotiek plaats voor de kunst van de noordelijke renaissance. In de 16de eeuw zijn er zelfs nog meer uiteenlopende stromingen dan in italie.
De reformatie had veel invloed op de kunsten. Door hervormingen in de kerk was men meer gericht op de oorsprong van het werk en wilde men soberheid.
Duitsland
land van de reformatie met 2 belangrijke kunstenaars: matthias grunewald, albrecht durer.
isenheimaltaar
Is een kruisiging waarbij een gemartelde christus en de ondraagelijke smart weergegeven wordt. Het lichaam aan het kruis is op een heroïsche manier geschilderd en stijgt boven het menselijke uit. Op de achtergrond is een schimmig, verlaten landschap maar wel een fel licht op de voorgrond: kracht van een openbaring.
In hoeverre is grunewald door de italiaanse kunst beïnvloed?
italiaanse invloeden zie je terug in fysieke kracht van sommige figuren, soms architectonische details van zuidelijke oorsprong, kleurenpalet van venetie en de psychologie uitwerking( hij was ook architect, ingenieur, zakenman en had dus een vrije individualistische instelling.
Durer.
de renaissance heeft op hem meer invloed gehad en werd geïnspireerd door het objectieve, rationele van de renaissance. Nam het idee dat schilderen tot de vrije kunsten behoorde over en was op de hoogte van de humanistische leer. Hij was de grootste graficus van zijn tijd.
De Nederlanden
kenmerken Nederlandse schilderkunst van de 16e eeuw:
opnemen van italiaanse kunst, ontwikkelen van een repertoire dat de traditionele voorstellingen kan aanvullen en later vervangen, een geleidelijk proces doordat de kerk steeds minder opdrachten gaf. Stillevens, landschappen en genrekunst omen opzetten, maar nu als zelfstandig onderwerp.
Brueghel
onderzocht de mogelijkheden van landschappen en het boeren leven. Was zeer ontwikkeld en bevriend met humanisten en heeft ook een reis naar italie gemaakt waar hij onder de indruk was door de landschapskunst in venetie
(deze samenvatting is niet compleet, de plaatjes zijn weggevallen en ook ''plaatjes'' met tekst erin)
De vlaamse primitieven was een groep schilders in de 15de en begin 16de eeuw in voornamelijk de zuidelijke Nederlanden. In vlaanderen was men nog lang onder invloed van de middeleeuwse tradities maar toch waren er kleine vernieuwingen:
- religieuze thema’s worden verplaatst naar aardse omgeving
- alle onderdelen worden zo naturalistisch mogelijk geschilderd.
Bekende kunstenaars:
- Jan van Eyck
- Rogier van der weyden
- hugo van der goes
-hans memling
- dirk bouts
- gerard David.
Het begin van de Vlaamse primitieven
Meester van flemalle.
Het was de eerste annunciatie in een huiselijke omgeving. Hierdoor kwam de schilder wel met een probleem: Hoe schilder je zo’n schilderij over een bovennatuurlijke gebeurtenis op een aardse manier, zonder dat het banaal wordt?
De oplossing: ‘’verhuld symbolisme’’ elk detail in het schilderij heeft een symbolische inhoud.
Het alledaagse van het schilderij moest door de symbolische inhoud heiligen. De stoffelijke wereld zou als spiegel fungeren van de goddelijke waarheid.
Problemen in het schilderij: voorwerpen zijn overdreven verkort en lijken elkaar in de ruimte te stoten.
Vooruitstrevend: Alles is zo tastbaar mogelijk uitgewerkt (vorm, afmeting, kleur, materiaal, weerspiegeling van het licht.)
Realistisch schilderen.
Er kwam een ontwikkeling in het realistisch schilderen. Dit zag je in:
- weergave van de stoffelijke wereld
-verfijnde schildertechnieken met fijne kleurovergangen
-gedempte kleuren
-schaduwen zijn zachter en vertonen meer schakeringen.
Dit was allemaal mogelijk door ontwikkelingen in de olieverftechniek. De pigmenten (kleurstoffen) worden gebonden met lijnolie in plaats van eigeel. Zo droogt de verf veel langzamer.
de voordelen:
- je kunt een schilderij langzaam opbouwen en in verschillende kleurlagen aan brengen.
- mogelijkheid tot dunne doorzichtige verflagen, zo wek je de suggestie van diepte
- nauwkeurige details schilderen.
Ontwikkeling van perspectief
In vlaanderen werd het atmosferisch perspectief ontwikkelt: door heel goed te kijken Wat houdt dit atmosferisch perspectief in?
- contouren vervagen bij toenemende afstand,
Intensiteit van kleur neemt af bij toenemende afstand en wordt steeds blauwer.
Madonna in der kerk 1425
Een combinatie van realisme en symbolisme. De kathedraal is realistisch weergeven, maar de verhoudingen symbolisch.
Jan van Eyck – Gents altaar (1432)
deuren in gesloten toestand. De deuren zijn aan beide kanten geschilderd en gaan alleen op de feestdagen open. (linksboven johannes de doper, rechts johannes de apostel. Midden: annunciatie onderin: opdrachtgever.
De 4 panelen in het midden tonen 1 doorlopende ruimte. De schaduwen van de paneellijsten vallen op de vloer van het vertrek en je ziet veel huiselijke details.
Geopend:
Boven adam en eva is een tafereel van kein en abel afgebeeld. In het midden vin dje de heer, naast hem Maria en johannes en daarnaast de engelen. Onderin wordt de aanbidding van het lam afgebeeld.
sommige delen worden levensecht afgebeeld, je ziet perspectivische verkortingen en het is geen klassieke vormentaal.
Madonna van kanselier Rolin
overal zie je symbolische verwijzingen naar de bijbel:
- rivier de maas : water des levens
- ruimte symboliseert Jeruzalem
- tuin van het paleis, paradijstuin
Je ziet dus een samensmelting van het aardse en het hemelse. Het schilderij lijkt in bijna bovennatuurlijk licht gedompeld (door de olieverf.
portretkunst
in het midden van de 14de eeuw kwam er vernieuwde belangstelling. De beeldhouwkunst was daar aanvankelijk beter in dan de schilderkunst. Meester van flemalle komt met het driekwartprofiel.
Verlovingsportret
de opdrachtgever was arnolfini. Een italiaanse, rijke koopman in Brugge.
In italie was de waardering voor het individu al veel groter, vandaar een portret. De functie van het schilderij was een geschilderde huwelijksakte.
er is veel aandacht voor details, de compositie is een eeindheid en de figuren worden levensecht afgebeeld.
Johannes van eyck fuit hic (jan van eyck as erbij) staat boven de spiegel, en in de spiegel zijn 2 andere getuigen van de trouwerij te zien.
Franceso d’este
details zijn vereenvoudigd of weggelaten, meer een aristocratische ideale voorstelling dan een persoonlijke verschijning. Maar het gezicht zegt meer over het karakter van de man, er wordt geprobeerd om het menselijke karakter uit te beelden door bepaalde trekken naar voren te brengen.
Het portinair altaar.
realisme: weergave natuurlijke wereld.
symbolisme: overmaat aan waarheidsgetrouwe details, leden van familie orden kleiner afgebeeld dan de heiligen, tegenstelling herders en heiligen (heiligen zitten heel plechtig.)
langzaam wordt de werkelijkheid herovert. De verovering van de werkelijkheid gaat gepaard met twijfel en onzekerheid.
straf van god: sociale conflicten door economische veranderingen, pestepidemieën en hongersnoden
hierdoor werden religies nog fanatieker: veel processies, zelfkastijding, heksenvervolging, enz.
Bosch:
hemelse en helse visioenen met fabelwezens uit de ME. Uitbeelden van het kwaad, zondebesef, etc.
Samenvattend
Vlaamse primitieven: invloed groot buiten hun eigen land. Ze werden bewonderd door italiaanse schilders uit die tijd, het krachtige realisme heeft duidelijk invloed gehad op de schilderkunst in de renaissance.
kenmerken vlaamse primitieven:
atmosferisch perspectief (kleur, contour vervaagt naar achtergrond) olieverf, signeren, huiselijke omgeving, symboliek, werken naar waarneming.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bouwkunst en stedenbouw in Italië
Renaissance: wedergeboorte klassieke oudheid.
De renaissance begint met een bouwkundig probleem: het ontwerpen van een koepel die 55 meter kan overspannend in de Dom van florence. De oplossing komt van Brunelleschi. Die was naar rome gereisd om de klassieke oudheid te bestuderen en kwam daar tot belangrijke inzichten.
- koepel wordt gebouwd in een serie van horizontale lagen (pantheon)
- koepel krijgt dubbele schaal om hert gewicht te verminderen ( baptisteria van pisa en florence)
- spande de buitenschaal van de koepel op een raamwerk van 24 ribben (gotiek)
- gaf de koepel een spits profiel: minder zijwaartse druk
_ baksteen en metselwerk in visgraatverband (pantheon)
De oplossing komt dus vanuit de klassieke humanistische leer. Er was een ontwikkeling van intellectueel klimaat waarin klassieke teksten herleefd worden
- middeleeuwese geleerden lazen eerst alleen maar klassieke literatuur van filosofie en thoelogie.
- italie wordt een stadstaat, de nieuwe klasse beroepsbestuurders zijn geen geestelijke maar geleerd (latijn, filogie, grammatica, retoria) humanisten.
Waarom ging men terug naar een klassieke stijl?
- de gotische stijl werd geassocieerd met het noorden
- in de 15de eeuw werd de onafhankelijkheid van de Florentijnse republiek niet meer bedreigd door milaan
- florence wordt uitgebreid naar de kust van de middellandse zee: florence wordt een regionale staat (!)
Filippo Brunelleschi (1377-1446)
hij was naar rome geweest om daar de oude monumenten te bestuderen. Ontdekte dat het geheim van goede architectuur ligt in de juiste onderlinge verhoudingen van alle onderdelen. à verhoudingen moeten worden uitgedrukt in eenvoudige getallen. à de verhoudingen worden in het gehele universum en zijn goddelijk van oorsprong.
Lorenzo
grote symmetrie en regelmaat
hele ontwerp bestaat uti vierkante eenheden
korintische pilasteurs
scherp afgebakende, afzonderlijke ruimte eenheden (anders dan in de gotiek)
kleine afwijkingen, er is geen rekening gehouden met de dikte van de muren.
Pazzi kapel
De opdrachtgever was pazzi. Een Florentijnse handelaar. Het was een bijgebouw bij een klooster met veel tongewelven. In de medaillons zijn reliefs van de evangelisten. Deze heeft brunelleschi waarschijnlijk niet zelf gezien: er is onderlinge afhankelijkheid tussen architectuur en beeldhouwkunst (ME) was ten einde.
de gevel is niet van brunelleschi zelf, portica doet denken aan narthex van een vroeg christelijke kerk.
Familie de medici
na 1420 was de macht van de familie groot en vormde ze een heersende dynastie. Ze wilde niet te veel pracht en praal om te voorkomen dat de bevolking zich tegen hen ze zou keren.
Palazzo medici
in eerste instantie kreeg brunelleschi de opdracht maar zijn ontwerp werd geweigerd. Het huis moest model gaan staan voor de behuizingen van het stedelijke patriciaat in Florence. Het is eenvoudig en streng en op de begane grond zijn massieve stenen blokken gebruikt, 1e verdieping gelijkmatige rustica, 2de glad. De zware daklijst is geïnspireerd op d Romeinse tempels.
Leon battista alberti (1404-1472)
was een soort van opvolger van brunelleschi. Hij was een homo universale dus had brede en diepe kennis. Hij schreef beroemde stukken waarin hij een rationele schoonheidstheorie ontwikkeld, gebaseerd op het werk van de klassieken en op de wetten van de natuur.
Alberti’s stijl is zwaarder en plastischer dan die van brunelleschi en meer archeologisch verantwoord:
- zuilen alleen in combinatie met architraaf
- elementen van de klassieke tempelbouw is aangepast aan een architectuur met wanden.
hij ontwierp de gebouwen en voerde ze niet uit (proffesionalisering.)
probleem die alberti tegenkwam:
hoe combineer je het klassieke articulatiesysteem met het uitwendige van een niet klassiek gebouw?
timpio malatestiano.
het was de bedoeling om s. frenscesco een nieuw jasje te geven (de begraafplaats voor malatestiano en zijn vrouw.
hij werd bedekt met marmer en is gebaseerd op de romeinse triomfboog. De zuilen zijn geen onderdeel van de muur. Het zijn afzonderlijke eenheden, accent meer op verticale verdeling.
S. Andre, mantua
eindelijk heeft alberti de oplossing gevonden: motief van een triomfboog combineren met een klassiek tempelgevel. Hij heeft nu weer platte pilasters (zoals bij rucellai) maar geeft die nu meer nadruk.
je hebt 2 formaten pilasters de grote gaan over de 3 etages en ondersteunen de architraaf. er is en evenwicht tussen horizontale en verticale impulsen in het ontwerp.
niet zo mooi:
het middenschip van de kerk was hoger. Er steekt dus een deel van de westwand boven ht fronton uit. Op straat valt dit niet zo op omdat het dan achter de facade lijkt te bevinden.
Bramante
Tempietto: herdenkingskapel die de plek markeert waar petrus gekruisigd was. Geen overbodige versieringen, ronde centralbouw, omgeven door dorische zuilen. De zuilen dragen de architraaf. Het was een klein monument met een koepel: symbool van de concentrrische kosmos. Een afspiegeling van hemelse harmonie. De diepe nissen en ver naar voren stekende pilasters en kroonlijsten. Daardoor krijg je ook een monumentale indruk. Het was lastig om 2 idealen te combineren: christelijk en humanistische gedachtegoed. oplossing: van beide stijlen de vormentaal: sleutel van chrisus in fries, en dorische zuilen. Traditionele ronde vorm van de vroegchristelijke martyria. Maar nu met klassieke vormentaal.
De uitvoering is goed gelukt, maar de omgeving niet. Hij staat nu op een vierkante binnenplaats maar moest eigenlijk omringd orden door een cirkelvormige kloostergang.
Sint pieter
Bramante ontwierp de sint pieter en wilde het pantheon bovenop constantijns basiliek plaatsen. Hij zou griekse tongewelven krijgen en was gebaseerd op een cirkel en het vierkant en streng symmetrisch. 4 identieke façades, en enorme afmetingen.
een grote koepel met 4 kleinere koepels en hoge hoektorens. Het materiaal was beton: zoals ook in de oudheid. Men is begonnen aan de bouw, maar toen bramante stierf zijn er wijzigingen doorgevoerd. Zo werd het interieur bijv geen simpele geometrische vormen, maar een soort van gebeeldhouwde wand.
ook veranderde michelangelo er veel aan: massiever, krachtiger en hechter georganiseerd gebouw. Massieve pijlers dragen de koepels, overal Korinthische zuilen.
Venetië
in de 15de eeuw was Venetië een van de rijkste steden van europa. Het was de overslaghaven voor handel op Azië. Het was een bloeiend centrum van textiel en glasindustrie. De stad kon zich met succes verzetten tegen politieke en economische overheersing van Frankrijk, Spanje en het pausdom. De kerk had NIET de absolute oppermacht die zij elders bezat. De machthebbers waren er op uit hun macht en welvaart te tonen.
s. Maria della consolazione.
de ultieme vorm van het christelijk, humanistisch ideaal van alberti, leonardo en bramante. Het heeft een koepel, centraalbouw, geometrische zuiverheid en eenvoud en helderheid (harmonie)
Filarete (1400-1469) schreef een stuk over de ideale stat. Plattegrond zou volmaakte stervorm moeten zijn, dynamisch en gecentraliseerd concept en de stad is als een eenheid.
Stedenbouw in rome.
in 4de en 5de eeuw waren de eerste kerken gebouwd, allemaal aan de rand van de stad. Belangrijke kerken waren verstrooid over de hele stad, en de pelgrims trokken dan ok de hele stad door, men wilde orde brengen in de chaos. Verschillende architecten gaven hun mening.
Bramante: aanleg van de eerste brede straat, waar plek voor neiue bestuurlijke gebouwen en privépaleizen. Later wordt de brede straat verlengt met een korte straat en wordt er een straat bijgelegd. Zo ontstaat een trivium, 3 kruising. ( piazza del popolo werd het.)
alberti: stedelijk ontwerpen: stad als geplande menselijke omgeving, als een kunstwerk. Werd niets van uitgevoerd.
fontana: grootste aanpassingen, wilde rome de hoofdstand van de christelijkheid maken. Brede straten verbinden de kerken onderling, op knooppunten kamen nieuwe pleinen, bouw van een aquaduct voor betere watertoevoer.
michelangelo: aanleg brede via pia: soort van verlengde pizza.
piazza del campidoglio.
contrareformatie: demonstratie van de macht van het pausdom in de gehele stad. Rome als hoofdstad van de christelijkheid. Piazza del campidoglio staat op een capitolijnse heuvel. Opdracht aan michelangelo: herscheppen tot een plein met een monumentale omlijsting. Het ruiterstandbeeld van marcus aurelius is gehaald en is het centrale punt van het gehele ontwerp.
de zijkanten van het plein orden gevormd door gevels van paleizen: op die manier reusachtige ruimte, open, en toch besloten.
de vorm van het plein: een trapezoïde in de richting van het senatorenpaleis, daardoor lijkt et paleis groter.
michelangelo: conservatorenpaleis.
een krachtige 3d structuur, doet iets gespierder aan dan alle bouwwerken sinds de romeinse oudheid. Open zuilengang, ontwerp geïnspireerd op het klassieke systeem van zuil en architraaf.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
factoren die aan het ontstaan van renaissance hebben meegewerkt:
- meer zelfbewustzijn
- opkomst humanisme
- opkomst natuurwetenschappelijk onderzoek
- ridderstand verliest macht en aanzien, burger neemt een belangrijker plaats in.
Humanisme
de internationale handel en het bankwezen zorgden voor een nieuwe maatschappelijke klasse van rijken. Deze kregen belangrijke posities in de republikeins georganiseerde stadstaten. Zij hechten grote waarde aan eigen verantwoordelijkheid en individuele ontplooiing.
je kunt het vergelijken met de burgers van de republikeinse stadstaten in het oude Griekenland.
humanisten streven ernaar om de stijl en de ideeén van klassieke schrijvers te evenaren, op een voetstuk te zetten. Er bestond een levendige uitwisseling van kennis tussen denkers, kunstenaars en politici. De traktaten werden dankzij de boekdrukkunst makkelijk verspreid. Daardmee ontstond een nieuw tijdperk van individualisme en loskomen van de geestelijke invloed van de kerk.
uomo universale: een mens die op alle terreinen van wetenschap en kunst uitblinkt.
een kunstenaar moet vertrouwd zijn met wis en meetkunde en anatomie. De schilders en beeldhouwers probeerden om personen en landschappen naar de werkelijkheid weer te geven.
de kunstenaars treedt uit de anonimiteit en signeert zijn werk. De rijke burgers zijn de nieuwe opdrachtgevers en willen bijvoorbeeld portretten en mythologische voorstellingen als decoratie, schilderkunst voor de schoonheid: zelfstandige kunst.
Er kwamen nieuwe onderwerpen: meer aandacht voor aardse een mooie dingen zonder bijbelse boodschap. Ontwikkeling van profane, naast kerkelijke kunst (mythologisch), mensen en ook dieren met een allegorische betekenis. (wijze, niet perse bijbelse les.)
Er komt een voorliefde voor harmonie en maatgevoel: gulden snede, menselijke maat wordt de maat van alles, symmetrie.
ook wordt er geprobeerd een derde dimensie toe te voegen aan schilderijen: lineair perspectief (verkortingen, ruimtewerking) atmosferisch perspectief, olieverftechnieken.
Venetië.
Bekend om venetiaanse schilderschool en voegde de vernieuwingen van Vlaamse en Florentijnse kunst samen.
gebouwen, figuren en kleine objecten worden geschilderd met het op de waarneming gebaseerde realisme en aandacht voor detail van de Vlaamse schilders.
rationeel geconstrueerde ruimtes geschapen door de Florentijnse schilders, maar soms wat te veel nadruk op het gebruik van perspectief.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Renaissance van de beeldhouwkunst begint in florence.
kenmerken schilderkunst: 1puntsperspectief, starre architectuur die duidelijk aanwezig is en vaak symmetrisch is
meer dieptewerking in reliëfs, meer expressie, meer dynamiek, (combi expressie en dynamiek is nieuw) klassieke elementen worden verenigd met het christelijke, bijvoorbeeld Bijbelse figuur op klassieke manier weergeven.
Venetiaanse synthese: combinatie florence en Vlaanderen
vlaanderen: atmosferisch perspectief, landelijke omgeving, veel details.
florence: 1puntsperspectief, maar minder zwaar aangezet.
De beeldhouwkunst ontwikkelde zich als een zelfstandige kunstuiting waarin gestreefd werd naar een juiste weergave van de menselijke figuur. Het is vol plastische en vrijstaande beeldhouwwerken met grote uitdrukkingskracht, expressie. De reliëfs zijn vol optische en werkelijke diepte.
verschillende thema’s: bijbelse, mythologische voorstellingen, allegorieën. Dit gebeurde in verschillende vormen: portretbusten, penningen, kleine bronzen beeldjes, ruiterstandbeelden, grafmonumenten en fonteinen in bijv marmer, brons, terracotta.
Hoog renaissance 1495-1520: vervolmaking van de vroege renaissance
begin 16de eeuw, waarin er veel politieke spanningen in Italië zijn. Florence is geen republiek meer, maar wordt autocratisch bestuurd door de medici. Milaan wordt 2 keer door de fransen bezet en de pauzen breiden hun wereldlijke macht uit. Ondanks dit alles komt de kunst toch tot een ongekende bloei.
de kunstenaars zijn geniaal en orden beschouwd als een klasse apart, hoog verheven boven de gewone stervelingen. Voor 1500 was het scheppen een voorrecht van god, na 1500 is er sprake van goddelijke onsterfelijke kunstenaars die onvergankelijke werken maken.
vroeg renaissance: kunstenaars voelen zich geboden aan wat voor hen algemeen geldende regels waren, zoals harmonische getallenverhoudingen en wetenschappelijk perspectief.
hoog renaissance: kunstenaars interesseerden zich minder voor het rationele systeem,
roept een bepaalde stemming op. Gebruikt veel kleur
titiaan:
grote kunstenaar in venetie die veel met kleureffecten werkte. Wilde materialen werkelijk weergeven. Hij denkt vanuit kleuren: het disegno (wiskundig berekend constructie van het werk)
is minder belangrijk dan het colorito (geschilderde geheel). Zwaar aangezette penseelstreken en veel werkend met olieverf is kenmerkend voor hem.
Tintoretto:
leerling van titiaan, maar hij werkte heel anders. Voorkeur voor scherpe en vaak irrationele perspectivische effecten (sterk verkort, drukkebeweging). Hij wilde het coloriet van titaan combineren met de lijnvoering van michelangelo.
Renaissance in het noorden.
Ten noorden van de Alpen
in de 15de eeuw zijn ze weinig beïnvloed door de italiaanse vormen. Door van eyck en meester van flemalle was men wel al gericht op het vlaanderen. Tegen 1500 overstromen de italiaanse invloeden het noorden in en maakt de late gotiek plaats voor de kunst van de noordelijke renaissance. In de 16de eeuw zijn er zelfs nog meer uiteenlopende stromingen dan in italie.
De reformatie had veel invloed op de kunsten. Door hervormingen in de kerk was men meer gericht op de oorsprong van het werk en wilde men soberheid.
Duitsland
land van de reformatie met 2 belangrijke kunstenaars: matthias grunewald, albrecht durer.
isenheimaltaar
Is een kruisiging waarbij een gemartelde christus en de ondraagelijke smart weergegeven wordt. Het lichaam aan het kruis is op een heroïsche manier geschilderd en stijgt boven het menselijke uit. Op de achtergrond is een schimmig, verlaten landschap maar wel een fel licht op de voorgrond: kracht van een openbaring.
In hoeverre is grunewald door de italiaanse kunst beïnvloed?
italiaanse invloeden zie je terug in fysieke kracht van sommige figuren, soms architectonische details van zuidelijke oorsprong, kleurenpalet van venetie en de psychologie uitwerking( hij was ook architect, ingenieur, zakenman en had dus een vrije individualistische instelling.
Durer.
de renaissance heeft op hem meer invloed gehad en werd geïnspireerd door het objectieve, rationele van de renaissance. Nam het idee dat schilderen tot de vrije kunsten behoorde over en was op de hoogte van de humanistische leer. Hij was de grootste graficus van zijn tijd.
De Nederlanden
kenmerken Nederlandse schilderkunst van de 16e eeuw:
opnemen van italiaanse kunst, ontwikkelen van een repertoire dat de traditionele voorstellingen kan aanvullen en later vervangen, een geleidelijk proces doordat de kerk steeds minder opdrachten gaf. Stillevens, landschappen en genrekunst omen opzetten, maar nu als zelfstandig onderwerp.
Brueghel
onderzocht de mogelijkheden van landschappen en het boeren leven. Was zeer ontwikkeld en bevriend met humanisten en heeft ook een reis naar italie gemaakt waar hij onder de indruk was door de landschapskunst in venetie
(deze samenvatting is niet compleet, de plaatjes zijn weggevallen en ook ''plaatjes'' met tekst erin)
Abonneren op:
Posts (Atom)